LEGITIMAIRE MASSA

Voor de berekening van de legitieme portie dient eerst de zogeheten legitimaire massa te worden berekend. Artikel 4:65 BW voorziet in de berekening van de legitimaire massa. Tot deze legitimaire massa behoren de waarde van de goederen van de erfenis (de activa), te vermeerderen met de in aanmerking te nemen giften (het begrip gift is ruimer dan het begrip schenkingen, vandaar dat in het erfrecht veelal de term giften wordt gebruikt). Vervolgens dienen bepaalde schulden (de schulden vermeld in artikel 4:7 lid 1 onder a t/m c en f BW) in mindering te worden gebracht (de passiva).

ACTIVA EN DE LEGITIEME PORTIE

De waarde van de goederen van de nalatenschap betreft de waarde van de goederen die de erflater had. Het peilmoment is het moment direct na overlijden van erflater. Denk bijvoorbeeld aan de banksaldi, een woning, een auto en inboedel. Relevant is dat als de erflater was gehuwd in gemeenschap van goederen, enkel de helft van de waarde van de goederen (en de schulden) uit deze huwelijksgemeenschap in de nalatenschap van erflater valt. In dat geval dient eerst de huwelijksgemeenschap verdeeld te worden, om te kunnen bepalen welke goederen in de nalatenschap vallen. Indien sprake was van huwelijkse voorwaarden of een samenlevingsovereenkomst, dienen deze eerst te worden afgewikkeld, alvorens de omvang van de nalatenschap kan worden bepaald.

GIFTEN EN DE LEGITIEME PORTIE

De activa worden vermeerderd met een aantal door de erflater gedane giften, de zogeheten ‘in aanmerking te nemen giften’. Artikel 4:67 BW geeft een opsomming van deze giften in vijf categorieën. Hoofdregel is dat giften die zijn gedaan in de laatste vijf jaren van het leven van de erflater meetellen voor de berekening van de legitieme portie (sub e categorie).

In de andere categorieën staan uitbreidingen van de giften die eveneens meetellen bij de berekening van de legitieme portie. De belangrijkste categorie betreft de giften die door erflater zijn gedaan aan een legitimaris (sub d categorie). Daarbij geldt dat álle door de erflater tijdens zijn leven gedane giften aan een legitimaris, dienen te worden betrokken in de berekening van de legitieme portie. Over deze categorie bestaat in de praktijk vaak onduidelijkheid nu men vaak denkt dat enkel giften gedaan aan de legitimaris in de vijf jaar voorafgaand aan het overlijden van erflater dienen te worden opgegeven. Dit is onjuist. Het gaat om alle giften die door erflater aan een legitimaris zijn gedaan.

PASSIVA EN DE LEGITIEME PORTIE

Vervolgens dienen de schulden in mindering te worden gebracht. Het gaat om bepaalde schulden die in mindering komen. Deze schulden zijn onder te verdelen in vier categorieën. Een van deze categorieën is bijvoorbeeld de kosten van de lijkbezorging. Een andere categorie betreft schulden die niet met de dood van de erflater tenietgaan. Hierbij valt te denken aan een openstaande rekening van de schilder, die erflater al tijdens zijn leven had ingeschakeld.

Uit deze berekening volgt de legitimaire massa. Uit de waarde van deze legitimaire massa verkrijgt de legitimaris zijn legitieme portie.

LEGITIMAIRE BREUK

Vervolgens moet voor de berekening van de legitieme portie worden bekeken wat de legitimaire breuk is (artikel 4:64 lid 1 BW). De legitimaire breuk is de helft van de waarde waarover de legitieme portie wordt berekend, gedeeld door het aantal in artikel 4:10 lid 1 onder a BW genoemde door de erflater achtergelaten personen (de eerste parentele). Dit betekent dat een echtgenoot van erflater ook meedoet bij de berekening van de legitimaire breuk. Deze echtgenoot is zelf geen legitimaris en wordt daardoor in de praktijk (ten onrechte) nog wel eens vergeten. Ook dient rekening te worden gehouden met vooroverleden afstammelingen. Als een kind van erflater is vooroverleden en twee kinderen heeft achtergelaten, tellen deze twee kinderen wel mee voor de berekening van de legitimaire breuk.

Bijvoorbeeld: een erflater laat een echtgenoot, een kind en drie kleinkinderen van een vooroverleden kind na. Dan bedraagt de legitimaire breuk: ½ x 1/3 (de echtgenoot, het kind en de drie kleinkinderen die in de plaats komen van hun vooroverleden ouder). De legitimaire breuk bedraagt dan 1/6e.

LEGITIEME PORTIE

De legitieme portie bedraagt dan: 1/6e deel van de legitimaire massa. Stel dat de legitimaire massa € 120.000,00 bedraagt, dan is de legitieme portie dus € 20.000,00.

De berekening van de legitieme portie is dan nog niet volledig. De wet bepaalt in de artikelen 4:70 en 4:71 BW dat de waarde van giften die door erflater aan de legitimaris gedaan en de erfrechtelijke verkrijgingen (zoals een legaat) van een legitimaris in mindering komen op de legitieme portie van een legitimaris. Hetzelfde geldt voor door de legitimaris verworpen erfrechtelijke verkrijgingen. Als hoofdregel geldt dat ook deze verworpen verkrijgingen in mindering komen op de legitieme portie van een legitimaris. Dit is slechts anders indien sprake is van de in wet genoemde uitzonderingen.

Dit betekent in dit voorbeeld dat als de legitimaris van erflater voor € 15.000,00 aan giften heeft ontvangen, dit bedrag in mindering komt op de legitieme portie van € 20.000,00. De legitimaire aanspraak van de legitimaris bedraagt dan (slechts) € 5.000,00.

Het kan zelfs zo zijn dat de legitimaire aanspraak nihil is, bijvoorbeeld als de door de legitimaris ontvangen giften de hoogte van de legitieme portie overstijgt. Dit betekent dat de legitimaris geen vordering uit hoofde van de legitieme portie heeft.

Kortom, de berekening van een legitieme portie is complex en kent diverse regels en uitzonderingen. De waardering van vermogensbestanddelen behorende tot de nalatenschap speelt daarnaast ook een grote rol bij de berekening van een legitieme portie. In veel gevallen dienen ook aandelen en/of onroerend goed gewaardeerd te worden. Dit betekent dat de berekening van de legitieme portie een lastige rekenkundige exercitie is die telkens maatwerk behoeft.

Een gespecialiseerd erfrechtadvocaat kan u helpen met het berekenen van de legitieme portie.