Een veel gestelde vraag is of een kind of echtgenoot in een testament onterfd kan worden. Het antwoord hierop luidt: ja, een kind of echtgenoot kan onterfd worden. Dat neemt echter niet weg dat de wet specifieke rechten toekent aan deze kinderen en echtgenoten. Zo kent de wet een wettelijk recht (de legitieme portie) toe aan kinderen, maar is ook sprake van andere wettelijke rechten.

Legitieme portie voor een kind (legitimaris)

 

Omvang legitieme portie

Indien een kind is onterfd in een testament, betekent dit niet dat dit kind geheel geen aanspraken heeft met betrekking tot de nalatenschap. Een kind (legitimaris) dat is onterfd kan namelijk een beroep doen op zijn zogenaamde “legitieme portie”. Het breukdeel van de legitieme portie betreft de helft van het erfdeel van een kind, waarbij een langstlevende echtgenoot meetelt als “extra” kind. Indien bijvoorbeeld sprake is van één echtgenoot en twee kinderen, zou op grond van de wet ieder een erfdeel van 1/3 deel hebben. De legitieme portie bedraagt de helft daarvan, zijnde 1/6 deel.

Een groot verschil tussen een erfdeel en de legitieme portie, is dat bij de legitieme portie slechts sprake is van een geldvordering. Een legitimaris is dus géén erfgenaam. De legitieme portie wordt berekend over de waarde van de goederen van de nalatenschap, te verminderen met de in de wet genoemde schulden. Daarbij dient te worden opgemerkt dat niet alle schulden van de nalatenschap worden betrokken in de berekening van de legitieme portie. Daarnaast worden de in de wet genoemde giften betrokken in de berekening.

Opeisbaarheid en verval van de legitieme portie

Een legitieme portie is in beginsel opeisbaar vanaf zes maanden na het overlijden van de erflater. In sommige gevallen kan in het testament de opeisbaarheid echter worden uitgesteld.

Het recht om een beroep te doen op de legitieme portie vervalt na een periode van vijf jaar na het overlijden. Het is echter mogelijk dat de erfgenamen een kortere, redelijke termijn stellen met betrekking tot het beroep op de legitieme portie.

Som ineens voor verzorging, opvoeding, studie en levensonderhoud van een kind

De wet kent daarnaast een “som ineens” toe aan een minderjarig kind, indien dit bedrag nodig is voor de kosten van levensonderhoud van het kind. Het kind moet daar dan tijdig aanspraak op maken. Daarbij geldt dat indien de echtgenoot of de erfgenamen van de overleden ouder verplicht en in staat zijn om in het levensonderhoud van het kind te voorzien, het kind geen aanspraak kan maken op de som ineens.

Voortgezet gebruik woning door een echtgenoot

Indien een echtgenoot is onterfd, neemt dit niet weg dat de echtgenoot het gebruik van de woning en inboedel mag voortzetten na het overlijden van de andere echtgenoot. Het gebruik mag worden voortgezet voor een periode van zes maanden na het overlijden. Dit recht bestaat indien de woning voor het overlijden door de echtgenoot werd bewoond. De echtgenoot hoeft geen beroep te doen op het voorgezet gebruik. Dit recht vloeit namelijk voort uit de wet en kent geen verval- of verjaringstermijn.

Vruchtgebruik woning en inboedel voor een echtgenoot

Na afloop van voornoemd voortgezet gebruik van de woning en inboedel, kan een echtgenoot aanspraak maken op vestiging van een vruchtgebruik op de woning en de inboedel. Dit is mogelijk indien de echtgenoot voorafgaand aan het overlijden woonachtig was in de woning.

De erfgenamen zijn verplicht om hun medewerking te verlenen aan de vestiging van het vruchtgebruik. Daarbij geldt wel dat voor de vestiging van het vruchtgebruik sprake dient te zijn van “behoefte” aan de zijde van de echtgenoot. Deze behoefte wordt echter verondersteld aanwezig te zijn. Indien de erfgenamen deze behoefte betwisten, dienen zij dit voor te leggen aan de kantonrechter. Een erfrechtadvocaat kan u in een dergelijke procedure bijstaan.

Vruchtgebruik op overige goederen nalatenschap voor een echtgenoot

Het is daarnaast mogelijk dat de onterfde echtgenoot een vruchtgebruik wenst te vestigen op de overige goederen van de nalatenschap. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een vruchtgebruik op de banksaldi, tot de nalatenschap behorende vorderingen en aandelen in de onderneming. In dit geval geldt dat de erfgenamen slechts verplicht zijn hun medewerking te verlenen aan vestiging van het vruchtgebruik, voor zover de echtgenoot hier behoefte aan heeft. In dit geval dient de echtgenoot dus, anders bij het vruchtgebruik op de woning en inboedel, actief zijn/haar behoefte aan te tonen.

Meer hulp nodig? Advocaten Familie- & Erfrecht helpt u graag. Kijk op familie-erfrecht.nl voor professionele hulp.