Aanwijzing bewindvoerder

Allereerst geldt dat als de uiterste wil niet voorziet in de regeling van de benoeming van een bewindvoerder, de kantonrechter een of meer bewindvoerders aanwijst op verzoek van de rechthebbende, een erfgenaam, legataris of andere belanghebbenden dan wel van de executeur. De kantonrechter moet zich daarbij vergewissen van de bereidheid van de door hem te benoemen personen (artikel 4:157 lid 1 BW).

Bevoegdheden meerdere bewindvoerders

Als er sprake is van twee of meer bewindvoerders geldt dat de kantonrechter beslist bij een verschil van mening tussen de bewindvoerders op verzoek van een van hen, tenzij bij uiterste wil een andere regeling is getroffen (artikel 4:158 lid 2 BW). De kantonrechter kan desgevraagd, als daartoe een gewichtige reden bestaat, een verdeling van de werkzaamheden tussen de bewindvoerders vaststellen of wijzigen (artikel 4:158 lid 3 BW).

Beloning bewindvoerder

Tenzij in het testament anders is bepaald, heeft de bewindvoerder recht op een beloning ter waarde van 1% van het onder bewind staande vermogen per jaar. De kantonrechter kan ook op grond van onvoorziene omstandigheden ambtshalve, op verzoek van de bewindvoerder, van de rechthebbende of van iemand in wiens belang het bewind is ingesteld voor bepaalde of onbepaalde tijd de beloning anders regelen dan bij uiterste wil of in de wet is aangegeven (artikel 4:159 lid 3 BW).

Rekening en verantwoording

De bewindvoerder moet jaarlijks en aan het einde van zijn bewind rekening en verantwoording afleggen aan de rechthebbende en aan degene in wier belang het bewind is ingesteld. Aan het einde van het bewind legt hij rekening en verantwoording mede af aan degene die hem in het beheer van de goederen opvolgt (artikel 4:161 lid 1BW). Als de rechthebbende of een belanghebbende niet in staat is tot het opnemen van een rekening en verantwoording of het onzeker is wie de rechthebbende of belanghebbende is, wordt de rekening en verantwoording aan de kantonrechter afgelegd, tenzij de uiterste wil iets ander bepaalt. De kantonrechter kan de bewindvoerder ook een vrijstelling verlenen van de verplichting tot het afleggen van de periodieke rekening en verantwoording  (artikel 4:161 lid 2 en 3 BW). De kantonrechter kan tevens het tijdstip van uitkering bepalen van de netto vruchten, die de goederen hebben opgeleverd (artikel 4:162 lid 1 BW).

Ontslag bewindvoerder

De kantonrechter beslist ook over het ontslag van de bewindvoerder. Het ontslag kan de bewindvoerder worden verleend op eigen verzoek, hetzij wegens gewichtige redenen op verzoek van een medebewindvoerder, de rechthebbende, van iemand in wiens belang het bewind is ingesteld of van het Openbaar Ministerie, dan wel ambtshalve (artikel 4:164 lid 2 BW).

Machtiging bewindvoerder

De bewindvoerder heeft voor een aantal rechtshandelingen toestemming van de rechthebbende nodig, tenzij in het testament anders is bepaald. Dat geldt bijvoorbeeld op het moment dat hij geld wil lenen of de rechthebbende als borg of hoofdelijk schuldenaar wil verbinden. Of als hij een overeenkomst tot beëindiging van een geschil wil aangaan, als het voorwerp van het geschil een waarde van meer dan € 700,00 bedraagt. Als het bewind mede is ingesteld in het belang van een ander dan de rechthebbende, is ook de toestemming van die ander vereist voor deze rechtshandelingen. Als iemand wiens toestemming is vereist deze niet verleent, kan de kantonrechter desverzocht deze toestemming door zijn machtiging vervangen. De kantonrechter kan aan deze machtiging voorwaarden verbinden die hij geraden acht (artikel 4:169 BW). De kantonrechter kan daarnaast op verzoek van een bewindvoerder, de rechthebbende of een persoon in wiens belang een bewind uitsluitend of mede is ingesteld, de regels omtrent het voeren van het bewind wijzigen op grond van onvoorziene omstandigheden. De kantonrechter kan het verzoek toewijzen onder door hem te stellen voorwaarden (artikel 4:171 BW).