De positie van de erfgenamen

Als erfgenaam kun je ermee geconfronteerd worden dat de omvang van de nalatenschap  tegenvalt, waarbij je vermoedt dat er gedurende het leven van de erflater als gevolg van financieel misbruik vermogen verdwenen is. Je wilt dus weten wat er met dit vermogen gebeurd is, en de administratie van erflater bekijken. Heb je daar recht op? En tegenover wie kun je een recht op informatie geldend maken?

Wat dit betreft is in de eerste plaats van belang dat een erfgenamen de erflater onder algemene titel opvolgen. Dat betekent dat zij hem van rechtswege opvolgen in zijn voor overgang vatbare rechten, zijn bezit en houderschap. Dit wordt de ‘saisine’-regel genoemd. Hieruit volgt dat de erfgenamen van rechtswege ook gerechtigd zijn tot de administratie van erflater, als onderdeel van zijn nalatenschap. Als erfgenaam heb je dus recht op inzage en/of afschrift van de hele administratie van erflater. Indien één van de andere erfgenamen over die administratie beschikt, betekent dat dus dat je van die andere erfgenaam kunt verlangen dat hij die inzage of dat afschrift ervan aan je verstrekt. Dat de mede-erfgenaam die over de administratie beschikt verplicht is om aan dat verzoek gehoor te geven, volgt ook uit het beginsel dat erfgenamen als deelgenoten zich tegenover elkaar te gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid.

Maar kun je het recht dat je als erfgenaam hebt op inzage of afschrift van de administratie die tot de nalatenschap behoort ook geldend maken tegenover derden, zoals de bank? Ook hier volgt uit de saisine dat de erfgenamen in de rechtspositie van erflater jegens de bank getreden zijn. Tot die positie behoort ook het recht om inzage en afschrift te vragen in alle bankafschriften en andere bescheiden die betrekking hebben op de rechtsverhouding tussen erflater en de bank. Je kunt als erfgenaam dus van de bank verlangen dat bankafschriften en andere informatie verstrekt worden die betrekking hebben op de bankrelatie van erflater vóór zijn overlijden. Uit vaste jurisprudentie volgt dat de bank kan zich daarbij niet met succes kan verschuilen achter algemene bankvoorwaarden die inhouden dat rechtsopvolgers van een rekeninghouder geen informatie van voor de overlijdensdatum hoeft te worden verstrekt. Een dergelijke voorwaarde wordt door de rechter doorgaans als onredelijk bezwarend aangemerkt en op die grond terzijde geschoven. Voor zover de bank, met inachtneming van de wettelijk voorgeschreven bewaarplicht, beschikken over bankstukken van erflater, zal zij die dus moeten verstrekken aan erfgenamen. Die plicht heeft de bank in beginsel evenzeer tegenover degenen die de erfgenamen vertegenwoordigt, zoals een executeur, of een vereffenaar van de nalatenschap.

De positie van de legitimaris als schuldeiser

Als je als kind van erflater onterfd bent, heb je recht op je legitieme portie. Indien je daar tijdig een beroep op doet, word je niet alsnog erfgenaam; je bent dan (slechts) een schuldeiser van de nalatenschap. Je volgt de erflater dan dus niet onder algemene titel op in zijn rechten en plichten, zoals erfgenamen dat op grond van de saisine wel doen. Op die grond kun je als legitimaris dus ook niet van de erfgenamen of van de bank verlangen dat zij stukken en informatie aan je verstrekken. Toch kan het voor een legitimaris van belang zijn dat hij over bepaalde bescheiden en informatie  beschikt, ter berekening van zijn legitimaire aanspraak.

Daarvoor biedt de wet een mogelijkheid. Een legitimaris die niet erfgenaam is, kan tegenover de erfgenamen (en de met het beheer van de nalatenschap belaste executeurs) aanspraak maken op inzage en afschrift van alle bescheiden die hij voor de berekening van zijn legitieme portie behoeft. De erfgenamen zijn op die grond verplicht de legitimaris desverlangd alle daartoe strekkende inlichtingen te verstrekken. Die bescheiden en inlichtingen kunnen betrekking hebben op de goederen en schulden van de nalatenschap, en op giften die erflater gedaan heeft en die meegeteld moeten worden bij de legitimaire massa waarover de legitieme portie berekend dient te worden. De legitimaris die vermoedt dat erflater slachtoffer geweest is van financieel misbruik waardoor er goederen van de nalatenschap op onrechtmatige wijze verdwenen zijn, of als gift meegenomen zou moeten worden bij de berekening van zijn legitieme portie, zullen de erfgenamen/executeurs dus op deze grond moeten vragen hierover inlichtingen en afschrift van stukken te verstrekken.

Het medisch dossier

Een erfgenaam, of een onterfde legitimaris, kan belang hebben bij inzage in het medisch dossier van de erflater. Het zou bijvoorbeeld kunnen dat je vermoedt dat er door erflater rechtshandelingen verricht zijn terwijl sprake was van wilsonbekwaamheid. Je blijkt bijvoorbeeld onterfd te zijn in een testament dat gepasseerd is in de periode dat erflater als gevolg van dementie mogelijk niet meer in staat was om zijn wil te bepalen. Om het testament nietig te laten verklaren, zul je met bewijzen moeten komen en die liggen wellicht besloten in het medisch dossier. Heb je recht op inzage in dat medisch dossier? Dat is, sinds 1 januari 2020, specifiek geregeld in de wet.

Artikel 7:458a BW bepaalt dat in drie gevallen desgevraagd inzage in of afschrift van gegevens uit het dossier van een overleden patiënt worden, voor zover deze betrekking hebben op de grond waarvoor inzage wordt verleend:

  1. aan een persoon ten een persoon ten behoeve van wie de patiënt bij leven toestemming heeft gegeven indien die toestemming schriftelijk of elektronisch is vastgelegd;
  2. aan een nabestaande, indien die een mededeling over een incident op grond van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg heeft gekregen;
  3. aan een ieder die een zwaarwegend belang heeft en aannemelijk maakt dat dit belang mogelijk wordt geschaad en dat inzage in of afschrift van gegevens uit het dossier noodzakelijk is voor de behartiging van dit belang.

Wanneer toestemming van de overleden patiënt ontbreekt, zal met name de derde grond voor inzage in het medisch dossier relevant zijn. Degene die inzage wil – en dat kan een erfgenaam, een legitimaris of in beginsel wie dan ook zijn – zal dan dus aannemelijk moeten maken dat hij een zwaarwegend belang heeft, dat dit belang mogelijk geschaad wordt, én dat inzage in of het afschrift van het medisch dossier van erflater noodzakelijk is voor de behartiging van dit belang.

Er worden dus hoge eisen gesteld aan het verkrijgen van inzage in of afschrift van het medisch dossier van de erflater, maar als je – bijvoorbeeld – aannemelijk kunt maken dat je als wettelijk erfgenaam normaal gesproken gerechtigd zou zijn tot de nalatenschap, maar dat vlak vóór overlijden een onterving heeft plaatsgevonden waarbij er concrete aanwijzingen zijn dat erflater op dat moment wilsonbekwaam was, en je die aanwijzingen niet anders hard kunt maken dan met het medisch dossier van erflater, dan heb je recht op inzage daarin of afschrift daarvan. Vaak worden deze stukken gevorderd in een kortgedingprocedure die dan gericht is tegen een arts(enmaatschap) en/of een ziekenhuis. Een advocaat erfrecht kan u behulpzaam zijn in een procedure waarin u de medische stukken/het medisch dossier van de erflater vordert.

Meer hulp nodig? Advocaten Familie- & Erfrecht helpt u graag. Kijk op familie-erfrecht.nl voor professionele hulp.