De kantonrechter en uitzonderingen op de vereffening

De nalatenschap wordt niet vereffend na een beneficiaire aanvaarding als:

  1. Er een executeur is die volgens het testament bevoegd is om de opeisbare schulden en legaten te voldoen én deze executeur een ruimschootsverklaring kan afleggen. Met de ruimschootsverklaring toont de executeur aan dat de goederen van de nalatenschap ruimschoots toereikend zijn om de schulden van de nalatenschap te voldoen. Eventuele geschillen daarover worden op grond van artikel 4:202 lid 1 sub a door de kantonrechter beslist.
  2. De kantonrechter een ontheffing voor de vereffening verleent. Een wettelijke vertegenwoordiger van een erfgenaam (zoals bewindvoerders, curatoren, voogden en ouders die hun minderjarige kinderen vertegenwoordigen) die de nalatenschap beneficiair heeft aanvaard, kan een ontheffing vragen. Er moet dan sprake zijn van een positief saldo van de nalatenschap. Dat is het geval wanneer de baten van de nalatenschap (de bezittingen) hoger zijn dan de lasten van de nalatenschap (de schulden).
  3. De wettelijke verdeling van toepassing is, dan wordt de nalatenschap alleen vereffend als de langstlevende echtgenoot van erflater de nalatenschap beneficiair heeft aanvaardt.

Daarnaast bepaalt de wet dat een nalatenschap moet worden vereffend wanneer de rechtbank een vereffenaar heeft benoemd (‘zware vereffening’).

 

De kantonrechter bij de lichte en zware vereffening

De kantonrechter is op verschillende manieren betrokken bij zowel de ‘lichte’ als de ‘zware’ vereffening.

 

Beheersregeling (‘lichte vereffening’)

Nadat een erfenis beneficiair is aanvaard, moet deze volgens de wet worden vereffend. In dat geval zijn alle erfgenamen gezamenlijk vereffenaar en zijn zij volgens de hoofdregel slechts gezamenlijk bevoegd om hun bevoegdheden als vereffenaar uit te oefenen. In beginsel kunnen slechts daden van gewoon onderhoud en/of die geen uitstel kunnen lijden door ieder van de erfgenamen zelfstandig worden verricht. De kantonrechter kan op grond van de wet (artikel 4:198 BW) op verzoek van een erfgenaam van de hoofdregel van gezamenlijke bevoegdheid afwijken en een andere verdeling van de werkzaamheden vaststellen. Een voorbeeld: als één erfgenaam weigert om zijn medewerking te verlenen aan de verkoop van een bepaald goed, dan kan de kantonrechter beslissen dat de medewerking van deze erfgenaam niet nodig is.

 

Bevoegdheden meerdere door de rechtbank benoemde vereffenaars (‘zware vereffening’)

Als de rechtbank meer dan één vereffenaar heeft benoemd, dan geldt in beginsel dat ieder van hen alle werkzaamheden alleen kan verrichten. Dit komt de snelheid van de vereffening ten goede. De kantonrechter kan na de benoeming bepalen dat niet iedere vereffenaar alleen bevoegd is.

 

Beloning vereffenaar

De vereffenaar die door de rechtbank is benoemd, heeft recht op loon (artikel 4:206 lid 3 BW). Het loon wordt op verzoek van de vereffenaar vóór het opmaken van de uitdelingslijst door de kantonrechter vastgesteld. Uit de Handleiding erfrechtprocedures kantonrechter volgt dat bij de berekening van het loon van de vereffenaar wordt aangesloten bij de regeling voor curatoren in faillissementen, ook wel de Recofa-richtlijnen genoemd. Uit de rechtspraak volgt dat de benoemde vereffenaar bij wege van voorschot ook tussentijds om loon kan verzoeken. Een vereffenaar die niet door de rechtbank is benoemd,de erfgenamen-vereffenaars in geval van beneficiaire aanvaarding, heeft geen recht op loon. Er kunnen wel vereffeningskosten zijn die voor vergoeding in aanmerking komen.

 

Kosteloze vereffening en opheffing vereffening

Als de geringe waarde van de goederen van een daarvoor aanleiding geeft, kan de vereffenaar of een andere belanghebbende de kantonrechter verzoeken om een kosteloze vereffening of opheffing van de vereffening op grond van artikel 4:209 lid 1 BW. Bij een kosteloze vereffening wordt wel vereffend volgens de wet, maar kunnen de kosten van publicaties ten laste van de Staat worden gebracht.

In het geval dat de vereffeningskosten naar verwachting de activa van de nalatenschap zullen overtreffen of als uit de activa slechts de preferente crediteuren en de kosten, zoals de uitvaartkosten en belastingschulden, kunnen worden voldaan dan kan opheffing van de vereffening plaatsvinden. In die gevallen dient het veroorzaken van verdere kosten van vereffening geen enkel doel. Dit verzoek kan door de vereffenaar of een andere belanghebbende aan de kantonrechter worden gedaan. Daarbij geldt dat de kantonrechter terughoudend zal omgaan met het toewijzen van verzoeken tot opheffing van de vereffening omdat de vereffening juist in het leven is geroepen ter bescherming van de schuldeisers van de erfenis .

 

Inlichtingen en aanwijzingen

Gedurende de vereffening wordt op het handelen van de vereffenaar in beginsel door de kantonrechter toezicht gehouden. Artikel 4:210 BW en de daaruit voortvloeiende bevoegdheden van de kantonrechter zijn in het leven geroepen om de kantonrechter handvatten te bieden om dit toezicht uit te kunnen oefenen. Uit dit artikel volgt dat de vereffenaar aan de kantonrechter alle door hem gewenste inlichtingen dient te geven en diens aanwijzingen bij de vereffening moet volgen. In het verleden gebruikten vereffenaars dit middel ook om zelf – op eigen verzoek – aanwijzingen te vragen aan de kantonrechter. Inmiddels komt in de Handleiding erfrechtprocedures kantonrechter duidelijk naar voren dat een vereffenaar niet zelf om een aanwijzing kan verzoeken in een verzoekschriftprocedure. Wel kan de vereffenaar een aanwijzing uitlokken. Ook is het niet mogelijk een hoger beroep in te stellen tegen de gegeven aanwijzing. De Rechtspraak is van oordeel dat het geven van aanwijzingen een discretionaire bevoegdheid is van de kantonrechter.

 

Machtiging kantonrechter om over goederen te beschikken

De kerntaak van de vereffenaar is het als een goed vereffenaar beheren en vereffenen van de erfenis. Daarbij geldt dat de door de rechtbank benoemde vereffenaar (‘zware’ vereffening) bij de vervulling van zijn taken de erfgenamen in en buiten rechte vertegenwoordigt. Dit betekent dat de vereffenaar privatief bevoegd is en de erfgenamen onbevoegd zijn om zonder medewerking van de vereffenaar over de goederen van de nalatenschap of hun aandeel daarin te beschikken. Overigens geldt daarbij wel dat de vereffenaar bij tegeldemaking van nalatenschapsgoederen zoveel mogelijk in overleg treedt met de erfgenamen. De vereffenaar heeft echter geen toestemming van de erfgenamen nodig om een nalatenschapsgoed te gelde te maken. In het geval dat een erfgenaam over een goed van de nalatenschap en/of over zijn aandeel daarin wenst te beschikken en de vereffenaar weigert zijn medewerking dan kan die erfgenaam de kantonrechter op grond van artikel 4:211 lid 2 BW verzoeken om een vervangende machting.

 

Ontheffing verplichting om de boedelbeschrijving ter inzage te leggen

De wet bepaalt dat een vereffenaar, zowel de vereffenaar na beneficaire aanvaarding als de door de rechtbank benoemde vereffenaar, verplicht is om met bekwame spoed een notariële of onderhandse boedelbeschrijving op te maken en ter inzage te leggen. Op grond van artikel 4:211 lid 4 BW kan de kantonrechter de erfgenamen na beneficaire aanvaarding ontheffen van de verplichting een boedelbeschrijving ter inzage te leggen. Bij de beoordeling moet de kantonrechter een juiste afweging van de belangen van de schuldeisers enerzijds en de erfgenamen anderzijds maken.

 

Tijdstip indienen vorderingen schuldeisers en mededeling onbekend adres schuldeiser

De kantonrechter bepaalt de datum waarvóór schuldeisers hun vorderingen bij de vereffenaar moeten hebben ingediend (artikel 4:214 lid 1 BW). Daarnaast deelt de vereffenaar aan de kantonrechter mede als een adres van een schuldeiser hem onbekend is gebleven (artikel 4:214 lid 2 BW). De kantonrechter kan vervolgens ambtshalve een aanwijzing geven aan de vereffenaar.

 

Bezwaar tegeldemaking

De vereffenaar liquideert het vermogen van de erfenis voor zover dat nodig is om schulden van de nalatenschap te voldoen. Het te gelde maken van goederen van de erfenis gebeurt zoveel mogelijk in overleg met de erfgenamen. In beginsel bepaalt de vereffenaar de volgorde van de goederen die te gelde worden gemaakt. Goederen die een schuldeiser van de nalatenschap te vorderen heeft, worden zoveel mogelijk in de laatste plaats te gelde gemaakt. Erfgenamen en schuldeisers kunnen bezwaar maken tegen de tegeldemaking van goederen op grond van artikel 4:215 lid 2 BW. Zij kunnen daarvoor de beslissing van de kantonrechter inroepen.

 

Rekening en verantwoording

De door de rechtbank benoemde vereffenaar is verplicht om binnen zes maanden nadat de termijn voor het indienen van vorderingen door schuldeisers is verstreken rekening en verantwoording af te leggen bij de griffie van de rechtbank (artikel 4:218 lid 1 BW). De vereffenaar kan de kantonrechter verzoeken deze termijn te verlengen. De vereffenaar dient zijn verzoek wel toe te lichten. De vereffenaar moet in twee gevallen rekening en verantwoording afleggen: tijdens de vereffening aan een opvolger en aan het einde van de vereffening. De “rekening” is de cijfermatige onderbouwing van de “verantwoording” waarin een vereffenaar toelicht welke werkzaamheden hij heeft verricht en wat de omvang van de nalatenschap is. Daarnaast is de vereffenaar verplicht om een uitdelingslijst op te maken. De uitdelingslijst wordt tegelijk met de rekening en verantwoording bij de griffie van de rechtbank neergelegd als er sprake is van een positieve nalatenschap. De vereffenaar maakt de neerlegging bekend aan de erfgenamen en de schuldeisers (onder wie de legatarissen).

 

Verzet

Binnen een maand na de openlijke bekendmaking van de neerlegging van de uitdelingslijst en de rekening en verantwoording kan iedere belanghebbende daartegen in verzet komen bij de kantonrechter (artikel 4:218 lid 3 BW).

 

‘Verzwaren’ van de lichte vereffening en ‘verlichten’ van de zware vereffening

In artikel 4:221 lid 1 BW is de mogelijkheid voor de kantonrechter vastgelegd om aan de erfgenamen die door beneficiaire aanvaarding vereffenaar zijn geworden een aantal verplichtingen op te leggen, zoals het openlijk oproepen van de schuldeisers, een lijst met voorlopig erkende en betwiste vorderingen te deponeren en de verplichting een rekening en verantwoording en uitdelingslijst te deponeren. Hiermee kan de kantonrechter de lichte vereffening verzwaren. Deze verplichtingen zijn van rechtswege van toepassing in het geval de rechter een vereffenaar heeft benoemd (‘zware’ vereffening) en is enkel van toepassing op de lichte vereffening als de kantonrechter dat bepaalt.

De kantonrechter kan de door de rechtbank benoemde vereffenaar op zijn verzoek vrijstellen van de verplichting om de rekening en verantwoording en uitdelingslijst te deponeren (artikel 4:221 lid 2 BW). Hiermee kan de kantonrechter de zware vereffening verlichten. De kantonrechter verleent de vrijstelling niet, wanneer een schuldeiser daartegen bezwaar maakt.

 

Opheffen beslagen

De vereffenaar kan de kantonrechter verzoeken de ten tijde van de aanvang van de vereffening reeds bestaande beslagen op te heffen, voor zover dat nodig is voor de vereffening (artikel 4:223 lid 3 BW). De Handleiding erfrechtprocedures kantonrechter bevat de aanbeveling dat het beslag in beginsel wordt opgeheven.